Hoofdstuk 5
De weg vragen
Terms
undefined, object
copy deck
- het enkeltje
- single (ticket)
- vol
- full
- ver
- distant, far
- rechtdoor
- straight on (of: ahead)
- uitstappen
- get off, step out, get out
- niks
- nothing
- het boek
- book
- de universitiet
- university
- de natuur
- nature
- de korting
- discount
- regen
- rain
- de fiets
- bike, bycycle
- de linkerkant
- left (hand) side
- de klas
- classroom
- steeds
- always, constantly
- het scherm
- screen, shade
- regenen
- rain, (light) shower
- het zebrapad
- cross walk
- naast
- near, closest
- de lift
- elevator
- hoezo
- what (of how) do you mean? in what way?
- rechtsaf
- (to the, one's) right
- de woonplaats
- (place of) residence, address
- de vertraging
- delay
- het voordeel
- advantage, benefit
- binnengaan
- enter, go in
- de strippenkaart
- bus and tram card
- onderweg
- on (of: along) the way
- de ingang
- to go in (entrance)
- aankomen
- arrive, reach
- links
- left
- het eind(e)
- way - distance
- het treinkaartje
- train ticket
- het pad
- path
- het advies
- advise
- de plattegrond
- street map
- de fout
- fault, flaw, defect
- de trap
- (flight of) stairs
- de kassa
- cash register
- morgen
- morning
- de kaart
- card, map
- de richting
- direction
- snappen
- get
- de kilometer
- Kilometer
- naartoe
- lead to
- de brug
- bridge
- vreselijk
- terrible, awful
- reizen
- travel, go on a trip
- gesloten
- closed, shut
- 's middags
- every midday
- de kerk
- church
- door de week
- by the week
- fietsen
- ride (a bike, bicycle), cycle, bike
- de trein
- train
- rechterkant
- right (hand) side
- de auto
- car
- vertrekken
- leave - as in a trip
- de diefstal
- theft, robbery
- de ouder(s)
- parent(s)
- de automaat
- automation, automatic ticket machine
- rechts
- right
- lopen
- walk
- parkeren
- park
- benieuwd
- curious
- na
- after
- de reis
- trip, journey
- oversteken
- cross (over), go across
- het plein
- square, plazza
- de volwassene
- adult, grown-up
- schrijven
- write
- elk(e)
- each (one)
- meegaan
- go along
- de computer
- computer
- de feestdag
- holiday
- linksaf
- (to the) left, leftwards
- langs
- along
- heel
- very (much), really
- de informatie
- information
- drukken
- press, push
- vlakbij
- nearby
- pinnen
- pay with cash card (pin card)
- de enkele reis
- one way
- het spoor
- track, trail
- over
- over, above
- het retour
- return (ticket)
- het weekend
- Weekend
- 's morgens
- every morning
- de tram
- tram
- tijdens
- during
- de weg
- road way, track